De werkzaamheden van Hendrik bestonden uit het ontsteken van de lichten op de leidammen en lichtwachterswoning. Dat was niet het enige, ook diende hij liggelden te innen van schepen die bij slecht weer hun toevlucht zochten in de vluchthaven. Hij moest ook tol heffen, want de Maatschappij had veel kosten gemaakt. De Rijksoverheid gaf opdracht ieder schip te belasten dat gebruik maakte van het Zwolse Diep. De tol kon ook afgerekend worden bij het eerdergenoemde ‘bakenhuisje’ en de Ketting. Daar werd de ketting strakgetrokken, tot de tol betaald was